Fietsdag 2 (22,46km)

De route: Larrasoaña — Noáin

fullsizeoutput_2d2c

Omdat de eerste dag nogal een fysieke uitdaging was, bleef op dag twee het fietsen zeer beperkt. Er stond namelijk een stadsbezoek op het programma. We vinden dat trouwens heerlijk, dat dagen met natuur afgewisseld worden met architectuur en cultuur, dus ik had vooraf geen klachten (die van achteraf komen nog)

Ons doel was Pamplona op dinsdag, in de week dat op vrijdag de stierenrennen zouden beginnen. No way dat ik daar dan zou willen zijn!

De rit naar de stad was helemaal niet ver en na een tijd op een gewone weg gereden te hebben konden we een mooi fietspad nemen buiten het autoverkeer. Ik moet trouwens zeggen dat Spanjaarden bijzonder goed opgevoed zijn op de weg m.b.t. fietsers plaats geven. Duidelijke borden geven vaak aan met pictogrammen dat fietsers een groot half rijvak verdienen en er zijn genoeg borden te vinden die waarschuwen voor fietsers. In de praktijk blijven de wagens achter je als ze niet op het tweede rijvak kunnen voorbijsteken. Ze mogen dat hier vooral ook eens leren!

IMG_20180703_082851

Net voor we de stad binnenreden stopten we nog even. Mooie plekken verdienen dat namelijk.

 

Het eerder vermelde fietspad ging op de duur over in een brede fiets/wandelboulevard van waarop we de stad vanuit de hoogte zagen liggen. Op die manier hadden we ook zicht op wat op een grote stadsmoestuin leek. Moestuinen waren trouwens een constante voor heel Baskenland, de kweekomstandigheden zijn daar uiteraard ideaal ook. Gemiddeld meer zon dan bij ons en af en toe een goeie scheut regen. Wel spijtig dat al die tuinen niet vertaald werden naar hetgeen we op ons bord kregen, want ik heb bedroevend weinig groenten gegeten.

Ik zei al, Pamplona = stierenrennen, een groot monument herinnert de inwoners daar dagelijks aan. Op het grote plein waren trouwens voorbereidingen bezig voor dat circus.

 

Her en der in de stad staan mooie standbeelden en gebouwen, het stadhuis is er één van:

Wij keken onze ogen uit naar ontelbare mooie gevels:

Ik ben over het algemeen nogal zot van smeedijzeren balkons en kwam volledig aan mijn trekken op dat vlak.

De foto onderaan rechts is de bovenkant van het mooiste café van Pamplona: Café Iruña

Zeer authentiek bewaard en er is een geschiedenis met de schrijver Ernest Hemingway die een hele tijd in Pamplona verbleef en daar ook schreef.

Wij kunnen ook geen stad bezoeken zonder de kerk/kathedraal binnen te lopen.

Dit keer beklommen we zelfs de toren, wat ons een mooi beeld op de Spaanse daken en de smalle straatjes van de stad bood.

Qua interieur hebben we al veel mooiere kerken gezien, maar het feit dat er een kloostergang bij was (nog grotendeels in restauratie wel) is altijd een bonus. De ‘stairway to heaven’ was jammer genoeg niet te betreden.

Pamplona heeft ook ontelbare mooie winkeltjes. De jongedame die kledingstukken op maat maakte kreeg wat extra aandacht en de oude apotheek ook:

Pamplona is ook een feest als je van tapas (daar worden ze pinchos genoemd) houdt. Ontelbare mooie etablissementen stellen ze rijkelijk tentoon. We proefden er helaas geen want we namen een ‘gewoon’ middagmaal. Een middagmaal dat me helaas een aanval van tourista opleverde. Ik kan de cafés waar ik binnen gespurt ben niet tellen vrees ik. Dat waren dus de klachten die nog zouden volgen. Gelukkig waren ze na het innemen van een middel tegen krampen en tegen diarree, veel drinken en een tijdje platte rust op een bank in de schaduw vrij snel weer weg.

We eindigden onze rit die dag in Noáin, een gemeente net buiten de stad, en daar hadden we ’s avonds nog heel wat te plannen vermits we onze reisroute helemaal veranderden.

 

 

10 reacties

  1. Mooie gevels, inderdaad! Blij te lezen dat er nog iemand met vliegangst is. Bij ons de reden waarom we vooral onze zuiderburen aandoen, soms eens Holland of Italië. Spanje om de één of andere reden (nog) niet.

    Like

Plaats een reactie